blessure - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bles-su-re
1. beschadiging van het lichaam door een oorzaak van buiten
♢ Sandro speelt vandaag niet want hij heeft een blessure
Zelfstandig naamwoord: bles-su-re
de blessure
de blessures
het blessuretje
Synoniemen
letsel, verwonding
Gepubliceerd op 14-11-2017
blessure
betekenis & definitie