bevechten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: be-vech-ten
1. tegen iemand vechten
♢ de ingesloten burgers bevochten de soldaten met alle middelen
2. door vechten krijgen
♢ hij heeft zijn vrijheid wel bevochten
Onregelmatig werkwoord: be-vech-ten
ik bevecht
jij/u bevecht
hij/zij bevecht
wij/zij/jullie bevechten
ik/jij/u/hij/zij bevocht
wij/zij/jullie bevochten
hij heeft bevochten
de/het/een bevochten ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
bevechten
betekenis & definitie