backpacken - regelmatig werkwoord
uitspraak: bek-pek-ken
1. rondreizen met een rugzak
♢ wij hebben deze zomer gebackpackt door Europa
Regelmatig werkwoord: bek-pek-ken
ik backpack
jij/u backpackt
hij/zij backpackt
wij/zij/jullie backpacken
ik/jij/u/hij/zij backpackte
wij/zij/jullie backpackten
hij heeft gebackpackt
backpackend, backpackende
Gepubliceerd op 14-11-2017
backpacken
betekenis & definitie