audiovisueel - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: au-di-o-vi-su-eel
1. om naar te kijken en te luisteren
♢ de videorecorder is een audiovisueel apparaat
Bijvoeglijk naamwoord: au-di-o-vi-su-eel
de/het audiovisuele ...
Gepubliceerd op 14-11-2017
audiovisueel
betekenis & definitie