afdruk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: af-druk
1. tweede exemplaar van iets
♢ kan ik een afdrukje van die foto krijgen?
2. figuur die ergens in gedrukt is
♢ we zagen de afdruk van voeten in het zand
Zelfstandig naamwoord: af-druk
de afdruk
de afdrukken
het afdrukje
Synoniemen
afschrift, duplicaat, kopie
Gepubliceerd op 14-11-2017
afdruk
betekenis & definitie