achten - regelmatig werkwoord
uitspraak: ach-ten
1. iets vinden
♢ ik acht hem niet in staat iets slechts te doen
2. respect voor hem hebben
♢ ik acht deze rechter heel hoog
1. geachte aanwezigen
[respectvolle groet]
2. geachte heer ..../geachte mevrouw ....
[groet boven een brief]
Regelmatig werkwoord: ach-ten
ik acht
jij/u acht
hij/zij acht
wij/zij/jullie achten
ik/jij/u/hij/zij achtte
wij/zij/jullie achtten
hij heeft geacht
de/het/een geachte ....
Synoniemen
appreciëren, waarderen
Tegenstellingen
miskennen
Gepubliceerd op 14-11-2017
achten
betekenis & definitie