aanspraak - zelfstandig naamwoord
uitspraak: aan-spraak
1. gelegenheid om met iemand te praten
♢ ik houd ervan om een beetje aanspraak te hebben
2. het bezit of het gebruik ervan kunnen opeisen
♢ jij kunt geen aanspraak maken op het servies van oma
Zelfstandig naamwoord: aan-spraak
de aanspraak
Synoniemen
recht
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk