Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

aanspraak

betekenis & definitie

aanspraak - zelfstandig naamwoord
uitspraak: aan-spraak

1. gelegenheid om met iemand te praten
ik houd ervan om een beetje aanspraak te hebben
2. het bezit of het gebruik ervan kunnen opeisen
♢ jij kunt geen aanspraak maken op het servies van oma

Zelfstandig naamwoord: aan-spraak
de aanspraak

Synoniemen
recht