aanmoedigen

betekenis & definitie

aanmoedigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-moe-di-gen

1. proberen iemand iets te laten doen
♢ hij moedigde mij aan meer te gaan trainen

Regelmatig werkwoord: aan-moe-di-gen
ik moedig aan (... ik aanmoedig)
jij/u moedigt aan (... jij aanmoedigt)
hij/zij moedigt aan (... hij aanmoedigt)
wij/zij/jullie moedigen aan (... wij aanmoedigen)
ik/jij/u/hij/zij moedigde aan (... ik aanmoedigde)
wij/zij/jullie moedigden aan (... wij aanmoedigden)
hij heeft aangemoedigd
de/het/een aangemoedigde ....
aanmoedigend, aanmoedigende

Synoniemen
aansporen, bemoedigen, manen, prikkelen

Tegenstellingen
neerslaan, ontmoedigen