aanleveren - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-le-ve-ren
1. het op een bepaalde plek brengen
♢ de bloemen worden aangeleverd op de veiling
Regelmatig werkwoord: aan-le-ve-ren
ik lever aan (... ik aanlever)
jij/u levert aan (... jij aanlevert)
hij/zij levert aan (... hij aanlevert)
wij/zij/jullie aanleveren
ik/jij/u/hij/zij leverde aan (... ik aanleverde)
wij/zij/jullie leverden aan (... wij aanleverden)
hij heeft aangeleverd
de/het/een aangeleverde ....
Synoniemen
afgeven, afleveren, bezorgen, leveren
Tegenstellingen
binnenkrijgen, incasseren, krijgen, ontvangen, verkrijgen
Gepubliceerd op 14-11-2017
aanleveren
betekenis & definitie