Winkels. Rond 1840 aangebracht is de vroege winkelpui met gebogen etalagekasten en gietijzeren zuiltjes van Schoolstraat 15.
Voorbeelden van eclectische winkelpuien zijn die van Westeinde 64 (circa 1865) en de rond 1890 geplaatste puien van Lange Houtstraat 23 (met gietijzeren zuiltjes) en Denneweg 134 (met breed balkon). Het in 1882 tot vioolwinkel en werkplaats verbouwde pand Molenstraat 19-19a heeft het winkelinterieur en de rijke pui behouden.
Andere goed behouden 19de-eeuwse winkelinterieurs zijn te vinden bij Hoogstraat 32 (circa 1850), Dagelijkse Groenmarkt 27 (circa 1870) en Herengracht 16 (eind 19de eeuw).Eind 19de eeuw kwamen de eerste grootschalige winkelpanden tot stand. Een rijke vormgeving met corinthische pilasters en kariatiden heeft de voorm. Grand Bazar Royal (Zeestraat 80-82) uit 1878, vermoedelijk ontworpen door M.L. Schroot. Dit in 1980-'84 verbouwde en naar achteren uitgebreide gebouw huisvest het Museum voor Communicatie (voorheen Postmuseum). Het grootste 19de-eeuwse winkelcomplex van Den Haag is de Passage (Buitenhof 4-5 e.o.), gebouwd in 1884-'85 door de 's-Gravenhaagsche Passage Maatschappij naar een (vereenvoudigd) ontwerp in internationale eclectische stijl van H.
Wesstra en J.C. van Wijk. In eerste instantie kwamen twee door beglaasde kappen overdekte winkelgalerijen tot stand met een groot poortgebouw op de hoek van Buitenhof en Kettingstraat en een eenvoudiger poortgebouw aan de Spuistraat (nr. 26). De onvoltooid gebleven derde arm naar de Hofweg (ingang nr. 5-7) werd in 1928-'29 afgemaakt naar een ontwerp met art déco-elementen van J. Duynstee. De drie armen komen samen bij een rotonde met dertiendelige beglaasde koepel. Het woon- en winkelpand Boekhorststraat 3-7 (1889) is bijzonder door het op de Noordduitse baksteengotiek geïnspireerde neogotische ontwerp van J.H.A.
Mialaret. In neorenaissance-stijl ontworpen door J.J. van Nieukerken zijn de woon- en winkelpanden Prinsestraat 59-63 (1884) en het rijk uitgevoerde voorm. bedrijfspand Molenstraat 52 van de coöperatieve vleeshouwerij ‘Eigen Hulp’ (1894). De winkel Papestraat 28 kreeg in 1898 een door J.W. Bosboom ontworpen rijke neorenaissance-gevel in opdracht van horlogemaker en opticien L. Loos. Andere ontwerpen van hem zijn Noordeinde 17 (1894, pui vernieuwd) en de woon- en winkelpanden Anna Paulownaplein 10-16 (1899-1900), gelegen in de gebogen rooilijn van dit ovale plein en voorzien van jugendstildetails.
Een laat en weelderig neorenaissance-ontwerp van E.F. Ehnle is het winkelpand Spui 28 (1913; pui gewijzigd 1969). Andere voorbeelden van woon- en winkelpanden in neorenaissance-stijl zijn Plaats 27 (1882; ontwerp H. Wesstra), Noordeinde 16-18 (1888, pui vernieuwd), Spuistraat 8, Venestraat 43 (circa 1900; pui met jugendstil-elementen) en Noordeinde 148 (1912). De door J. Mutters jr. ontworpen winkelgevels van Venestraat 29 (1895) en Hoogstraat 30 (1898) zijn karakteristieke vroege voorbeelden van de Haagse art nouveau (winkelpuien vernieuwd).
Een subtiele art nouveau-detaillering vertoont het voor kunsthandel Goupil door L. Simons ontworpen pand Plaats 20 (1905). Opmerkelijk is de door J.W. Bosboom ontworpen hoge glaspui met dunne gietijzeren kolommen en flamboyant smeedwerk in jugendstil-vormen van Denneweg 56 (1898), de voorm. toonzaal van ijzergieterij E. Beekman. Het interieur bevat een gietijzeren trap en een staalskelet met gaanderijen langs grote (nu deels dichtgemaakte) vides.
Representief voor het kleurige materiaalgebruik van de jugendstil is het door Bosboom ontworpen winkelpand De Goede Bron (Kettingstraat 29-31; 1903), uitgevoerd in witte verblendsteen met lichtblauwe sierbanden. Veel jugendstil-winkels werden ontworpen door L.A.H. de Wolf, zoals Noordeinde 6 (1901), Plaats 21-23 (1902), met verblendstenen bekleding en tegeltableaus, Hoogstraat 9 (1904), Kneuterdijk 7 (1902-'05) en Dagelijkse Groenmarkt 26 (1906) en ten slotte het voorm. herenmodemagazijn van de firma Lijnkamp Dagelijkse Groenmarkt 33 (1910). Bijna al deze panden hebben een vernieuwde of gewijzigde winkelpui. Andere jugenstil-voorbeelden zijn Anna Paulownastraat 85 (circa 1900; M. Kuijper) en Kneuterdijk 18a (1906, J. Olthuis) en de winkelpuien van Denneweg 70-70a (circa 1900) en Noordeinde 164 (circa 1900).
Bij het winkelmagazijn De Duif (Venestraat 17; 1905, W. Molenbroek) is de jugendstil-puntgevel met reliëfdecoraties en tegeltableaus behouden als omlijsting van de vernieuwde hoge glaspui. Een hoge glaspui met dunne ijzeren kolommen heeft ook de voorm. toonzaal Noordeinde 12-14 (1902-'03; Z. Hoek), waarvan de opvallende topgevel is voorzien van figuratieve schilderingen achter glas. Een jugendstil-ontwerp van A.W. Meijneken is het voorm. warenhuis Magazijn Hollandia (Prinsegracht 42-46; 1908). Dit in 1954 al inwendig ingrijpend gewijzigde pand is in 1987-'88 gerestaureerd en verbouwd tot woningen en twee winkels.
Het voorm. reisbureau van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.M.), Dagelijkse Groenmarkt 22 (1910), is een rationalistisch ontwerp van L.C. Westerhoff en J.G. Wattjes. Een combinatie van neorenaissance en rationalistische vormen vertoont het in lichtgele verblendsteen opgetrokken woon- en winkelcomplex Frederik Hendriklaan 79-85 (1911, H. Rutgers).
Veel grote vroeg-20ste-eeuwse winkels in Den Haag zijn ontworpen in ‘Um 1800’-vormen. Vroege voorbeelden zijn de als modemagazijnen gebouwde panden Kneuterdijk 2 (1908, J. Mutters jr. en J.J. Gort) en Spuistraat 72-74 (1909, J. Jacot en W. Oldewelt; uitgebreid 1914), respectievelijk voor de firma's Kühne en B.J.
Voss & Zn. In opdracht van J. Cohen ontwierp A. Jacot samen met A.H. Zinsmeister en J.L. Crouwel het grote warenhuis Maison de Bonneterie (Gravenstraat 2; 1913), waarvan het beeldhouwwerk is ontleend aan de Javaanse kunst.
Inwendig goed behouden zijn de hal met galerijen en lichtkoepel. In ‘Um 1800’-stijl uitgevoerd zijn verder het voorm. modemagazijn Spui 1 (1915) en de aan elkaar gelijke dubbele gevels van Spuistraat 5 en Wagenstraat 4-6 (circa 1915; puien gewijzigd). Historiserend is ook het ontwerp van H.P. Berlage voor het grote modehuis Meddens, Hofweg 9-11 (1913-'15), met door L. Zijl vervaardigde bouwsculpturen (grote ramskoppen). Het rechter gedeelte diende oorspronkelijk als magazijn van de firma R.S.
Stokvis & Zn. Het zogeheten Marishuis (Noordeinde 96), verbouwd in 1916 als winkel met atelier voor de kunsthandel Sala, heeft een door J. Duynstee ontworpen historiserende gevel met reliëfportretten van de gebroeders Maris. Van deze belangrijke schilders van de Haagse School werd hier veel werk verkocht. Bijzonder goed behouden is de voorm. kruidenierswinkel van De Gruyter, Beeklaan 303 (1917), ontworpen door W.G. Welsing met zandstenen art déco-elementen, en gevelvlakken in gele verblendsteen en een eikenhouten onderpui omlijst met blauw geglazuurde reliëftegels.
Het winkelinterieur bevat twaalf door jugendstil-omlijstingen omgeven tegeltableaus van plateelbakkerij ‘Zuid-Holland’ met taferelen die landbouw, handel en de seizoenen uitbeelden. Art déco-vormen vertoont ook de voor de firma Gescher & Kemper gebouwde winkel Spuistraat 10 (1918). Fraaie art déco-ornamenten in combinatie met een expressionistische hoofdvorm heeft het voor de firma Gerzon gebouwde brede winkelpand Venestraat 36-44 (1927; L. Simons en Th. van Braningen). Traditionalistisch is het ontwerp van A.J. Kropholler voor het woon- en winkelpand Bleijenburg 35-37 (1920).
In expressionistische stijl uitgevoerd zijn de in zwart en wit geschilderde gevel van Molenstraat 28 (circa 1920), de winkelpui van Noordeinde 42-42a (circa 1921) en het eerste voor Vroom & Dreesmann in Den Haag gebouwde warenhuis, Spui 3-5 (1928; J. Kuijt), voorzien van bijzondere geveldecoraties. Meteen na de aanleg van de Grote Marktstraat verrees het grote expressionistische warenhuis De Bijenkorf (Grote Marktstraat 55; 1924-'26) naar een ontwerp van P.L. Kramer met grote glaspartijen, een afgeronde hoek en gebogen gevelbeëindigingen. De bouwsculptuur is onder meer van H. Krop, J.
Polet en H.A. van den Eynde. Aan deze winkelstraat staat ook het iets jongere warenhuis van Peek & Cloppenburg (Grote Marktstraat 36-40; circa 1930). Voor de firma Lijnkamp opgetrokken naar een functionalistisch ontwerp van D. Oosthoek is het voorm. modewarenhuis Apeldoornselaan 2-4 (1933), nu missiegebouw van J. Maasbach.