Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Overige gebouwen Binnenhof in 's-Gravenhage

betekenis & definitie

Overige gebouwen Binnenhof. Eind 19de en begin 20ste eeuw heeft men aan de noordzijde van het Binnenhofcomplex ingrijpende vernieuwingen uitgevoerd voor de huisvesting van overheidsdiensten.

Achter de nieuwe gevels werden wel delen van de oudere bebouwing geïncorporeerd. Met neorenaissance-gevels uitgevoerd is het in 1879-'84 naar plannen van F.J.

Nieuwenhuis vernieuwde bouwdeel van het voorm. ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid (IV) (Binnenhof 20), nu onderdeel van het departement van Algemene Zaken. Behalve enkele restanten van de oude Hofkapel (delen muurwerk, kelder en kap) is in dit bouwdeel de voorm. vergaderzaal van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden of Statenzaal (H) opgenomen (1588-18de eeuw).

Deze zaal kreeg in 1697 de huidige inrichting met een door Daniël Marot ontworpen plafond met geschilderde allegorische voorstellingen van J. Parmentier.

Van zijn hand zijn ook de schoorsteenstukken. De aangrenzende Trêveszaal (J), die nu dient als vergaderzaal voor de ministerraad, wordt zo genoemd vanwege de onderhandelingen voor het Twaalfjarig Bestand die in een oudere zaal op die plek zijn gevoerd (trêve = wapenstilstand).

Deze in 1697 naar ontwerp van Daniël Marot in zeer rijke Lodewijk XIV-stijl uitgevoerde zaal diende onder andere als audiëntiezaal voor de stadhouder. Het plafond heeft een koof met twaalf gebeeldhouwde houten atlanten en kariatiden (Johannes Blommendael).

De ovale middenkoepel is beschilderd met een allegorie op de Eendracht (van de Republiek) door Theodorus van der Schuer.

De schoorsteenstukken tonen een staatsieportret van koning-stadhouder Willem III en een allegorie op Vrijheid, Vrede en Overvloed door Theodorus van der Schuer.

Verder herbergt het interieur enkele stadhoudersportretten (Jean Henri Brandon). Het stucwerk in de uitbouw aan de Vijverzijde is van Johannes Sima.

Het hele bouwdeel is in 1969-'76 gerestaureerd onder leiding van J.P.M. Goudeau.Het bouwdeel van het voorm. departement van Binnenlandse Zaken (V) (Binnenhof 18-19), nu Algemene Zaken, kreeg in 1913 aan de zuidzijde het huidige uiterlijk in neorenaissancestijl naar plannen van D.E.C. Knuttel. Aan de zijde van de Hofvijver bevinden zich enkele, sterk gerestaureerde en gewijzigde, oudere bouwdelen, zoals de zogeheten Kleefse Kamer (K) (circa 1400), het appartement van Margaretha van Kleef, tweede gemalin van graaf Albrecht van Beieren. Naast dit aan de torenvormige gevel met kanteelbeëindiging herkenbare bouwdeel staat een bouwdeel met trapgevel (tweede helft 15de eeuw) en op de hoek staat het waarschijnlijk uit 1479 daterende achtzijdige torentje (L) waar nu de werkkamer van de ministerpresident is gesitueerd. Het interieur van het departement is grotendeels gemoderniseerd in 1969-'76 (J.P.M. Goudeau).

Op de dwarsvleugel van het voornoemde departement sluit de Grenadierspoort of Mauritspoort (M) (1633-'34, gerestaureerd 1877-'80 en 1990) aan, bestaande uit een tweelaags middenbouw en lagere zijvleugels. Uit dezelfde tijd is de iets westelijker in de verbindingsvleugel van de nieuwbouw uit 1913 met het grafelijk paleis opgenomen Binnenpoort (N) (1633-'34; gerestaureerd 1990). Beide poorten zijn onder leiding van Joris Faes gebouwd met maniëristische zandstenen poortomlijstingen van Jan Gerritsz van Lier.

Aan de zuidzijde van het Binnenhof staan van oost naar west het voorm. goud- en zilversmidskeurhuis (VI) (Binnenhof 6; circa 1640), voorzien van een fraai gebeeldhouwd fries, het voorm. kantoor van het Comptoir-Generaal van de Staten van Holland (VII) (Binnenhof 4; 1779) en de laat-18de-eeuwse Hofpoort (O). Aan de zijde van de Hofplaats staan de tot het regeringscomplex behorende panden Hofplaats 2-2ab (18de-19de eeuw). Op het Binnenhofplein bevinden zich verder een laat-18de-eeuwse pomp (P) en een naar ontwerp van P.J.H. Cuypers door de firma Vincent & Co. in neogotische vormen uitgevoerde smeedijzeren fontein (Q) met rond hardstenen bassin en bekroond door een verguld beeldje van graaf Willem II (1885; gerestaureerd 1975).

Van de vroegere voorburcht van het Binnenhof, het Buitenhof, resteert alleen nog de in de kern 14de-eeuwse Gevangenpoort of ‘Voorpoort van den Hove’ (Buitenhof 33), die van 1435 tot 1828 in gebruik is geweest als gevangenis. De kapconstructie dateert uit circa 1370 (d). De wapensteen van het Hof van Holland boven de poortdoorgang is een in 1949 aangebrachte kopie van de originele steen uit 1631. Het op de poort aansluitende gebouwencomplex met binnenterrein omvat onder meer het in de kern 15de-eeuwse en in 1604 verhoogde voorgebouw (oostzijde) en de uit het derde kwart van de 15de eeuw daterende en in de 17de eeuw verbouwde ‘kapel’ met houten spitsbooggewelf (zuidzijde). Verder zijn er het tussen 1517 en 1535 opgetrokken celgebouw (noordzijde) en de 18de-eeuwse conciërgerie (westzijde). De in deze gevangenis vastgehouden raadspensionaris Johan de Witt en zijn bezoekende broer Cornelis werden er op 20 augustus 1672 weggehaald en buiten de poort op brute wijze vermoord. Sinds 1882 is het complex ingericht als een museum van straf- en folterwerktuigen (gerestaureerd 1981).

Aan de zuidoostzijde van het Binnenhof bevindt zich de nieuwbouw van de Tweede Kamer der Staten Generaal (VIII), gebouwd in 1988-'92 naar plannen van P. de Bruijn. Aan de zijde van de Hofplaats ligt de gebogen vergaderzaal (R) naast een torenachtig bouwdeel. Aan de zijde van het Plein geeft een moderne entree toegang tot een hoog atrium ter plaatse van het gesloopte gebouw van de Hoge Raad. Deze entree wordt geflankeerd door twee voormalige ministeries die na renovatie (circa 1990) als huisvesting voor de kamerleden in gebruik zijn genomen. Aan de noordzijde staat het gepleisterde blokvormige vierlaags gebouw van het voorm. ministerie van Koloniën (IX) (Plein 1), opgetrokken in 1859-'61 in eclectische stijl naar ontwerp van W.N. Rose.

Het in 1883 naar achteren vergrote gebouw heeft tot 1959 gediend als ministerie en is gerestaureerd in 1979-'81. De huidige grijsgroene kleurafwerking is uit 1998. Opvallend is het gebruik van gietijzer bij consoles en daklijst en oorspronkelijk ook bij de vensters (tot 1873). Inwendig heeft het een ijzeren dakconstructie en een bovenhal met vier paar dubbele gietijzeren zuilen met voluutkapitelen. Op de hoek van Plein en Lange Poten staat het tot 1979 als zodanig gebruikte ministerie van Justitie (X) (Plein 2). Dit grote onderkelderde drielaags gebouw met twee binnenplaatsen verrees in 1876-'83 naar een neorenaissance-ontwerp van C.H.

Peters ter plaatse van het 17de-eeuwse Huygenshuis. Het is voorzien van rijke bouwsculptuur van B.J.W.M. van Hove en E.A.F. Bourgonjon. Het interieur bevat veel overwelfde ruimten (parterre), diverse vertrekken in neorenaissance-stijl en een bibliotheek met in smeed- en gietijzer uitgevoerde galerijen en een gewelfde glazen kap. Enkele kamers hebben 17de-eeuwse beschilderde houten plafonds, onder meer afkomstig uit het stadhouderlijk kwartier. Aansluitend staat het eveneens rond 1990 als kantoor van de Tweede Kamer in gebruik genomen voorm.

Hotel Central (XI) (Lange Poten 6; 1912-'13, J. Mutters jr.).