Het voorm. cellebroederklooster (Groeneweg 33) is een L-vormig, in oorsprong 15de-eeuws, gebouw. Vanaf 1573 diende het als Latijnse school, vervolgens als Werkinrichting tot Wering der Bedelarij (vanaf 1849) en na de oorlog als bejaardentehuis (Huize Groeneweg).
Bij de restauratie in 1982-'84 is het verbouwd tot appartementen. De voorgevel heeft een gotisch poortje en een classicistisch poortje met corinthische pilasters; boven het laatstgenoemde zit een venster met gebeeldhouwde zijstukken en fronton (1666). Belangrijke interieurelementen zijn een 15de-eeuwse balkenzoldering en een kamer met 18de-eeuws goudleerbehang en een 18de-eeuwse schouw met schoorsteenstuk. Het voorm. dienstgebouw Groeneweg 31 met neorenaissance-trapgevel werd in 1899 gebouwd naar plannen van L. Burgersdijk en bevatte een lijkenkamer en badkamer (begane grond) en een vrouwenslaapzaal (verdieping).