Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Havenbedrijfsgebouwen in Rotterdam

betekenis & definitie

Havenbedrijfsgebouwen. In 1872 richtte het raadslid L.

Pincoffs de Rotterdamse Handelsvereeniging (R.H.V.) op met als doel Rotterdam te ontwikkelen tot wereldhaven. Technisch directeur Th.J.

Stieltjes maakte het plan voor enkele havens op Zuid, waarvan de Entrepothaven in 1873 gereed kwam. Hier verrees in 1875-'79 het (voorm.) douanekantoor Vrij Entrepot ‘De Vijf Werelddelen’ (Handelsplein 3) naar ontwerp van G.J.

Morré en met technisch advies van Th.J. Stieltjes.

Dit 200 meter lange complex van vijf vierlaags pakhuizen elk genoemd naar een werelddeel was bestemd voor de belastingvrije opslag van transitogoederen. Het entrepot heeft zware zelfdragende gevels en inwendig gietijzeren I-vormige kolommen die samengestelde ijzeren vollewandliggers dragen.

Het bijbehorende romantisch-classicistische poortgebouw (Stieltjesstraat 27-38; 1879, J.S.C. van de Wall) diende als kantoorgebouw. Door financiële malversaties ging Pincoffs' R.H.V. in 1879 failliet, waarna de gemeente het haventerrein overnam.

In 1997 is het entrepot verbouwd tot woningen en appartementen, waarbij de elektrische portaalkranen uit 1908 bewaard zijn gebleven.Door de verwoestingen in 1940 en 1944 en het gaandeweg verschuiven van de handelsactiviteiten naar de Botlek en Europoort is relatief weinig van de oorspronkelijke havenarchitectuur bewaard gebleven. Belangrijke uitzonderingen zijn het in neorenaissance-stijl uitgevoerde Leidsche Veem (Wilhelminakade 44-48; 1898, C. van Seem), het met rationalistische elementen ontworpen zeslaags koffiepakhuis Santos (Brede Hilledijk 95; 1901, J.P. Stok en J.J. Kanters) en de voor Pakhuismeesteren verwezenlijkte pakhuizen Sumatra, Java, Borneo en Celebes (Wilhelminakade 52-58; 1940-'41).

Op Noord liet het Blauwhoedenveem in 1912-'14 naar ontwerp van J.J. Kanters het enorme Sint-Jobsveem (St.-Jobsweg 40) bouwen met twee zeslaags veemgebouwen (St. Job I en II). Het bijbehorende silogebouw (gesloopt 1986-'87) was geheel opgetrokken in gewapend beton, terwijl het veemgedeelte alleen galerijen van gewapend beton heeft en inwendig een constructie van met beton gevulde gietijzeren kolommen en ijzeren balken. Voor Thomson's havenbedrijf (Brede Hilledijk 62-70) ontwierp J.P. Stok in 1904 een rationalistisch bedrijfsgebouw met woningen en een opvallende grote hoektoren (gerenoveerd 1981-'82).

Voor de in 1908 gestichte Graan Elevator Maatschappij ontwierp Stok de in 1910 gebouwde meelfabriek De Maas (Brielselaan 7). In 1931-'31 werd naar plannen van J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt een in glijbekisting gebouwde silo toegevoegd. Een verdere uitbreiding van de nu door ‘Quaker Oats’ gebruikte fabriek volgde in 1952. De Nederlandse bakkerijen lieten in 1913-'14 naar plannen van M. Brinkman de meelfabriek Meneba (Brielselaan 115) bouwen.

Het kenmerkende torentje dateert uit die tijd; in 1953 volgde de uitbreiding met een enorm silocomplex (M.J.L. Gadron). Aan de Rijnhaven verrees in 1951 naar plannen van J.J.M. Vegter de meelfabriek Latenstein (Veerlaan 3), waaraan in 1964 een grotere tweede graansilo is toegevoegd. Het in opdracht van de Coöperatieve Groothandelsvereniging ‘De Handelskamer’ gestichte Hakagebouw (Vierhavensstraat 40-42; 1931-'32, gerenoveerd 1994) is een functionalistisch ontwerp van H.F. Mertens en J. Koeman.