(Westerstraat 109-111) [18] werd in 1551 gesticht ten oosten van het St.-Ursulaklooster, waarvan de gebouwen kort na 1572 werden toegevoegd. Een in 1616 nieuw opgetrokken meisjeszaal kreeg een rijke maniëristische trapgevel voorzien van klauwstukken, gevelsteen (nu kopie) en een rijke ingangspoort bekroond door een gebroken fronton met vaas en twee beelden van weeskinderen.
Naar plannen van U.J. van der Meulen werd het gehele weeshuis in 1905-'06 vernieuwd, waarbij men de maniëristische gevel verder naar achteren herbouwde met nieuwe baksteen en de opgehakte oorspronkelijke zandstenen onderdelen. Naast dit toen als wasloods ingerichte gedeelte verrees een nieuw tweelaags gebouw met rationalistische elementen (sinds sluiting weeshuis in 1956 als kantoor in gebruik). Het toegangshek (1733-'34) heeft hardstenen hekpalen met beeldhouwwerk van Jurriaan Westerman en smeedwerk met het monogram O.A.W. (Oude Armen Weeshuis) geflankeerd door beelden van weeskinderen, vervaardigd door Arnout Magon. Het interieur van het weeshuis bevat een regentessenkamer met goudleerbehang (1739) en een schouw in Lodewijk XIV-stijl (1740, Pieter de Nicolo) met een door François Absiel vervaardigde schoorsteenmantel. In de regentenkamer staat een vergelijkbare schouw (circa 1740).