Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Textielfabrieken in Tilburg

betekenis & definitie

Textielfabrieken. Van de vele fabrieksgebouwen, die lang het beeld van Tilburg bepaalden, is het merendeel verdwenen.

De voorm. wollenstoffenfabriek C. Mommers & Co. (Goirkestraat 88-90), vormt sinds 1986 de huisvesting van het Textielmuseum.Het eerste gebouw van de in 1872 opgerichte firma dateert uit 1877 en heeft een houten shed-constructie. De wolspinnerij met meerdere verdiepingen werd in 1885 gebouwd naar plannen van de Tilburgse architect C.J. van Meerendonk en in 1894 naar achteren uitgebreid. De lange gevels hebben op de hoeken classicistische hoekpilasters. Naast de spinnerij bevinden zich een ketelhuis en een schoorsteen. Aan de Goirkestraat verrees in 1889 een kantoor met magazijn en pakkamers. Verdere uitbreidingen, waaronder een shedbouw en een wolmagazijn, stammen uit 1910-1915.

In 1950 werden de gebouwen overgenomen door de N.V. Wollenstoffenfabriek Georg Dröge, om na een periode van verwaarlozing in 1983 gerestaureerd te worden ten behoeve van het Textielmuseum. Van de voorm. wollenstoffenfabriek BeKa (St.-Josephstraat ong.) bleef slechts de fraai vormgegeven fabrieksschoorsteen uit 1904 over. De firma die oorspronkelijk Van den Bergh Krabbendam heette, nam in 1911 de in 1862 gebouwde katoenfabriek Gebr. Deen (St.-Josephstraat 133) over om deze te gebruiken als duivelhok, waar de wol werd ontward en gemengd. De texielfabriek H. van Puijenbroek (Oude Goirleseweg 152) met shedbouw en schoorsteen stamt uit omstreeks 1895.

De textielfabriek voor wollen dekens AaBe (Hoevenseweg 57/Fatimastraat) werd in 1929 opgericht door een van de directeuren van de BeKa-fabriek. Het complex met fabriekspijp, dat nog redelijk intact is, werd in 1961 de laatste korte bloeiperiode van de textiel aanzienlijk uitgebreid.