Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Helmond

betekenis & definitie

Stad ontstaan aan oevers van de Aa. De ontginning van het gebied werd ter hand genomen vanuit een reeds in 1178 bestaande uithof later klooster van de norbertijnerabdij te Floreffe (België) en vanuit het in 1238 gestichte cisterciënzerinnenklooster Binderen.

Deze ontginning bevorderde de groei van de nederzetting, die in 1241 voor het eerst als stad wordt vermeld. Toen kreeg Helmond ook een aarden omwalling, die in het begin van de 15de eeuw werd voorzien van vier stadspoorten en omgeven door een gracht. In de zuidoosthoek van de stad verrees kort na 1500 het kasteel van de heren van Helmond. Tot het begin van de 16de eeuw beleefde de stad een bloeiperiode. In de Tachtigjarige Oorlog werd de stad afwisselend door Spaanse en Staatse troepen ingenomen, waarbij in 1594 een stadsbrand uitbrak. In 1602 kwam Helmond definitief in Staatse handen.

De in 1603-'04 aangelegde bolwerken hebben nooit een belangrijke rol gespeeld. Met de pestepidemie van 1636 begon een lange periode van verval en armoede waar pas een einde aan kwam met de aanleg van de Zuid-Willemsvaart in 1822-'26.

Het vanouds in de omgeving van Helmond verbouwde vlas vormde de basis voor een huisnijverheid, waaruit zich in het midden van de 19de eeuw eerst een linnen- en daarna een katoennijverheid ontwikkelde. Vanaf 1860 kwam de metaalnijverheid tot bloei. De eerste fabrieken vestigden zich langs de Zuid-Willemsvaart ter plaatse aangeduid als het kanaalwaarbij een voor de vroege industriële ontwikkeling karakteristieke afwisseling van fabrieken en fabrikantenvilla's ontstond. Aan de zuidzijde van de stad kwam een industriële zone tot ontwikkeling bij de in 1866 aangelegde spoorlijn van Eindhoven naar Venlo. Naast metaal en textiel kende Helmond ook een voedsel- en genotmiddelenindustrie, die echter minder een stempel op het stadsbeeld drukten.

De stad breidde zich vooral uit aan de noordwest- en de oostzijde, waar vooral in het begin van de 20ste eeuw volkswoningbouwcomplexen werden gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog verrezen diverse nieuwe wijken en gingen gehuchten als Binderen, Hoogeind, Pannehoef en het dorp Mierlo-Hout geheel in de stad op. In de stadskern hebben de belangrijkste straten (Markt, Veestraat en Kerkstraat) hun oorspronkelijke beloop grotendeels behouden, maar de oude bebouwing is op veel plaatsen verdwenen. Het oude stratenpatroon werd zwaar aangetast door de aanleg van de Kasteeltraverse, die het kasteel van de stadskern heeft afgesneden. Net als in veel andere steden is ook in Helmond de industriële glorie voorbij en zijn veel industriegebouwen verdwenen.