Gepubliceerd op 02-01-2020

Kasteel Eijsden in Eijsden

betekenis & definitie

Kasteel Eijsden (Graaf de Geloeslaan 2) is een omgracht complex dat tot stand kwam op de plaats van de middeleeuwse Caestertburg of Kettelhof, of iets ten zuiden daarvan. Arnold de la Margelle liet in 1631-'36 het huidige kasteel bouwen met twee onderkelderde haakse vleugels voorzien van torenachtige paviljoens op de uiteinden en een bijna vrijstaande slanke hoektoren met knobbelspits op de buitenhoek.

Het oostpaviljoen heeft een poort met doorrit voorzien van het jaar van voltooiing (1636) en het alliantiewapen van Arnold de la Margelle en Margareta Anna Francesca van Bocholtz. De poort geeft toegang tot het vierkante kasteelplein.

Het kasteel is gebouwd in maniëristische vormen en heeft speklagen en vensteromlijstingen van Naamse steen, uitgevoerd in de Maaslandse bouwwijze. De omgaande kroonlijst is van mergelsteen.

Wellicht is het gebouwd naar een ontwerp van de in 1633 vermelde Servais Charles.In opdracht van graaf Guillaume de Geloes en onder leiding van de Luikse architect Etienne Fayn vond vanaf 1767 voornamelijk inwendig een verbouwing plaats. Op de begane grond werden betimmeringen en stucversieringen in Lodewijk XV-stijl aangebracht. De geschilderde bovendeurstukken in de eetzaal (1770) zijn gesigneerd J. Billieux; de panelen zijn gesneden door Gaspar Tresorotay. De bordestrap en de interieurs van de verdieping werden rond 1790-1810 uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl.

Bij een ingrijpende restauratie in 1881-'86, in opdracht van R. de Geloes en onder leiding van de Luikse architect E.M. Jamar, werden de op de Franse Renaissance geïnspireerde dakerkers toegevoegd. Tevens vernieuwde men de spits van de hoektoren en kreeg het flankerende traptorentje een knobbelspits. Aan de zuidgevel werden de hardstenen kruisvensters teruggebracht, terwijl grote delen van de kroonlijst en de schoorstenen werden vernieuwd. De ingang aan het kasteelplein kreeg een neorenaissance-aanzien. In 1952 stortte een groot deel van het oostelijk paviljoen in; de herbouw was in 1959 gereed.

Het voorhof wordt afgesloten door twee haaks op elkaar staande dienstvleugels, waarvan de oostvleugel is voorzien van een poortpaviljoen met knobbelspits en aan de veldzijde een hardstenen poortomlijsting in maniëristische vormen. Deze gebouwen dateren van een herstelling na de brand in 1649. Bij de restauratie in 1883-'85 is met name het deel met mansardedak ten noorden van het poortpaviljoen herbouwd. Van de oorspronkelijke laat-18de-eeuwse parkaanleg resteert nog een klein deel aan de noordoostzijde met daarin een laat-18de-eeuwse ijskelder. Tussen 1890 en 1904 werd het park omgevormd tot een formele aanleg naar plannen van de Franse tuinarchitect Achille Duchêne. Verder zijn er een hardstenen vijver in neorococo-stijl (1904-'05) en een beeldengroep met drie putti (1914), gemaakt door de Belgische beeldhouwer Van den Perre. Op de terrasmuur aan de zuidzijde staan vier 18de-eeuwse marmeren borstbeelden afkomstig van kasteel Oost (Oost-Maarland).