Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

pennetje

betekenis & definitie

1. arbeid, baantje in los verband (werkzaamheden werden veelal bij toerbeurt vergeven volgens de pen, de naamlijst van de werklieden, zo genoemd naar het schuifpennetje dat bij de desbetreffende naam werd gestoken): Een los werkman zal u b.v. vertellen, dat hij thans werkeloos is en geen twee weken een pennetje gehad heeft, Amstelodamum 4, 63;

2. mazzeltje, fortuintje: Ik dacht niet, dat je zoo’n stiekemerd was om ’t voor een ouwen kennis stil te houden, dat je een pennetje hadt gehad, V. MAURIK8 117;
3. sigaretje: Doodonverschillige schelmen, die zoo ironisch-schuin de lefpet over den neus schoven en hun pennetje zoo rustig lieten dansen tusschen hun lippen, QUERIDO 4, 484.