Gepubliceerd op 12-12-2017

Werkloosheidswet

betekenis & definitie

Artikel 42b bepaalt dat indien een WW-uitkering geheel of gedeeltelijk is geëindigd doordat men in dienstbetrekking is gaan werken, en vervolgens opnieuw werkloos wordt en nu wel aan de wekeneis maar niet aan de jareneis voldoet, men een nieuwe WW-uitkering krijgt met een duur van drie maanden plus de niet verbruikte duur van de verlenging van de oude uitkering, dus als van de oude uitkering minder dan drie maanden is verbruikt is de duur van de nieuwe uitkering gelijk aan die van de oude, en anders drie maanden plus de niet verbruikte duur van de oude uitkering.

Inmiddels geldt het dat reeds na zes maanden alle arbeid als passend wordt aangemerkt, maar met een uitzondering: na zes maanden wordt niet als passend beschouwd arbeid op grond waarvan men niet als werknemer in de zin van de Werkloosheidswet wordt aangemerkt.

De Wet van 20 december 2012 tot wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft de korting veranderd in 29% van de uitkering, onafhankelijk van zowel de verdiensten als de gewerkte uren.

De Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan werkgevers en werkzoekenden en de opheffing van de Raad voor werk en inkomen als publiekrechtelijke rechtspersoon met een wettelijke taak en van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van loonkostensubsidies regelt onder meer de afschaffing van het re-integratiebudget voor de WW. In december 2012 kondigde de regering aan het re-integratiebudget WW tijdelijk te zullen herintroduceren voor 55-plussers.

De Wet van 14 juni 2014 tot wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en wijziging van verschillende wetten in verband met het aanpassen van de Werkloosheidswet, het verruimen van de openstelling van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers heeft de maximale duur van de WW teruggebracht naar 24 maanden, de opbouw van de uitkeringsduur vertraagd, inkomensverrekening vanaf de eerste werkloosheidsdag geïntroduceerd en het begrip passende arbeid aangescherpt.

De bepaling waarin geregeld is dat de duur van de uitkering wordt verlengd tot de eerste dag van de maand waarin betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt als hij ten tijde van het ontslag 57 jaar of ouder is en een voor pensioen geldige diensttijd heeft van ten minste tien jaar, is zodanig gewijzigd dat de duur van de uitkering wordt verlengd tot de voor betrokkene geldende AOW-leeftijd als betrokkene ten tijde van ontslag een voor pensioen geldige diensttijd heeft van ten minste 10 jaar en maximaal 8 jaar verwijderd is van de voor hem geldende AOW-leeftijd.