Adriana van der Have, ook bekend als A. Nasoetion-van der Have, was de eerste vrouw die de Nederlandse Staat vervolgde voor moord.
Adriana van der Have groeide op in een Rotterdams accountantsgezin als de derde van vijf kinderen.
Van der Have is op dat moment in het ziekenhuis in Yogyakarta, waar ze met kraamvrouwenkoorts is opgenomen nadat ze is bevallen van hun jongste zoon.
Begin 1950 schakelt Van der Have een advocaat in, en eist in een brief aan het ministerie van Oorlog bijna tweehonderdduizend gulden schadevergoeding voor de dood van haar man.
Kortom: de Nederlandse Staat is van mening dat Van der Have zich voor schadevergoeding zou moeten richten tot Indonesië, niet Nederland.
Van der Have laat het hier niet bij zitten en neemt een nieuwe advocaat in de arm: Karel van Rijckevorsel.