Aanslag tegen de Koning of voluit aanslag tegen de Koning, regerende Koningin of de Regent is een delict dat beschreven staat in artikel 92 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht.
Het plegen van een aanslag tegen de Koning is dus "Een misdrijf tegen de veiligheid van de staat, die in de eerste plaats identiek geacht wordt met de veiligheid van zijn hoofd".
Fokkens sluit dit reeds om wetssystematische redenen uit: indien voorbedachte rade wel een onderdeel van de delictsomschrijving zou zijn, zou dit betekenen dat de Koning minder bescherming toekomt dan een bevriend staatshoofd of de echtgenoot van de Koning.
Volgens hem duidt het ondernemen daarom op een atypische vorm van een aanslag: niet alleen een aanslag met het oogmerk om de Koning van het leven te beroven is strafbaar, maar ook met het oogmerk de Koning 'tot regeren ongeschikt te maken'.
Reeds om die reden zou de wetgever besloten hebben om te spreken van een aanslag met het oogmerk om .... Wel wordt verondersteld dat de opzet van de dader zowel op het 'van het leven, of de vrijheid beroven of tot regeren ongeschikt maken' als ook op de persoon van de Koning gericht zijn.
Nl: "De aanslag ondernomen met het oogmerk om de Koning, de regerende Koningin of de Regent van het leven of de vrijheid te beroven of tot regeren ongeschikt te maken, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie."