Ze kreeg van 1946 tot 1949 professioneel zangles van Aaltje Noordewier-Reddingius, en werd een gevierd concertzangeres, mede dankzij de steun van de sopraan Jo Vincent, de koordirigent Anthon van der Horst en de bas Laurens Bogtman, die al vroeg haar uitzonderlijke talent inzagen.
Een uitvoering van Brahms' Altrhapsodie met het Concertgebouworkest onder leiding van Eduard van Beinum bezorgde haar lovende kritieken.
Heynis werkte met beroemde dirigenten, onder wie Van Beinum, Bernard Haitink, Otto Klemperer, Charles Münch en Wolfgang Sawallisch en nam vele albums op.
De directe aanleiding was ziekte van haar echtgenoot, maar eerder had ze verklaard: "Ik stop met zingen als ik nog op het topje van de berg sta. Bij de afdaling zal geen publiek aanwezig zijn".
"Maar ik had nooit over God kunnen zingen als ik niet echt gelovig was geweest. Ik wilde van Hem zingen, en beleed zo mijn geloof." Op latere leeftijd bekeerde Heynis zich tot de rooms-katholieke kerk.
Compilaties en heruitgaven Dank Sei Dir Herr, met aria's van onder anderen Bach en Händel Les rarissimes de Aafje Heynis, met werken van Gluck, Haydn, Dvořák, Franck, Caplet, Brahms, Schubert, R. Strauss, Wolf, Mahler Erbarme dich, complete Philips-opnamen, 6 cd's.