Behalve twee doodgeboren broertjes had Aaltje nog een broer, de dichter Joannes Reddingius.
Aaltje huwde op 11 juli 1893 te Delft met de classicus en kunstschilder Michiel Noordewier, zoon van Hendrik Jan Noordewier en Anne Helder.
Reeds in 1888 debuteerde zij als liedzangeres in Hoorn en kort daarna trad ze in Utrecht op als soliste in het oratorium Paulus van Mendelssohn onder leiding van Richard Hol.
Zowel in Bussum als in Leiden is er een Aaltje Noordewierlaan.
In Den Haag en in Hengelo is er een Aaltje Noordewierstraat.
De Hongaarse kunstenaar Ede Telcs heeft een borstbeeld van Aaltje Noordewier-Reddingius vervaardigd.
