het uit de bodem omhoogbrengen van olie. Op veel plaatsen in de wereld is de ondergrondse druk op olie zo groot en de viscositeit van de olie zo laag, dat de olie spontaan uit een eenmaal geboord gat stroomt.
In Nederland is dat niet het geval en moet olie opgepompt worden. Daartoe gebruikte men in het verleden jaknikkers en tegenwoordig gasliftsystemen. Jaknikkers vallen dikwijls erg op in het landschap en maken nogal veel lawaai. Gasliftsystemen hebben die nadelen in veel mindere mate.Oliewinning is vooral schadelijk voor het milieu wanneer zij in kwetsbare natuurgebieden plaatsvindt. De aanleg van en de toegangswegen naar de winplaats nemen ruimte in beslag, terwijl het lawaai en de drukte de fauna verstoren. Daarnaast wordt de vegetatie aangetast en het landschappelijk aanzien geschaad. In de praktijk komen gevallen van vervuiling vaak voor. Zolang olievervuiling in de bodem niet wordt opgeruimd, blijven de aanwezige levensgemeenschappen daar nadeel van ondervinden. Ook is er altijd kans op vervuiling als gevolg van ongelukken. Vooral bij oliewinning op zee kan een ongeluk een grote olievervuiling veroorzaken, met zeer schadelijke gevolgen voor het leven in de zee.
