Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Erb-verlamming

betekenis & definitie

verlamming door beschadiging van het bovenste deel van de plexus brachialis. In 1874 beschreef de toonaangevende Duitse neuroloog Wilhelm Heinrich Erb (1840-1921) deze verlamming van het plexusdeel dat uit C5 en C6 gevormd wordt: ‘Über eine eigentümliche Lokalisation von Lahmung in Plexus brachialis’1. Meestal is de aandoening het gevolg van een geboortetrauma en op volwassen leeftijd een vrij zeldzame complicatie van een schouderletsel. Aangezien de Franse neuroloog Guillaume Benjamin Amand Duchenne (1806-’75) deze verlamming al in 1855 beschreef, spreekt men ook wel van het syndroom van Duchenne-Erb (zie ook Klumpke-plexusverlamming).

Erb, die in München promoveerde (1864), was in de jaren zeventig lector aan de Universiteit in Heidelberg. In 1880 werd hij hoogleraar in Leipzig en drie jaar later in Heidelberg. Op het gebied van de elektrotherapie geldt hij als een der pioniers. In 1879 beschreef hij samen met F.R. Schultz een bepaald type van progressieve spierdystrofie (dystrophia musculorum progressiva): ‘Ein Fall von progressiver Muskeldystrophie’2. Deze erfelijke dystrofie van de spieren van de romp, schouder- en bekkengordel noemt men naar hem het syndroom van Erb. Zes jaar later beschreven de Franse neurologen Landouzy en Déjerine een identiek ziektebeeld. Erb beschreef samen met de Franse neuroloog Jean Martin Charcot de spastische spinale paralyse. Onder het symptoom van Erb verstaat men een omgekeerde spierreactie op elektrische stroom bij tetanie: de reactie op anode-opening is groter dan die op anode-sluiting.

1 Verh. Naturhist. med. Ver. Heidelberg 2,1874, 130—137
2 Arch. Psychiatr. 9,1879,369