is waarschijnlijk het natuurlijke gebeuren bij de baring, die bij cultuurvolken ontaard is tot een soms zeer pijnlijk en als een operatie beleefd proces.
Het spreekt vanzelf, dat bij kunstverlossingen en andere operatieve ingrepen analgesie of narcose moet worden toegepast niet alleen om de a.s. moeder pijn te besparen, maar ook om de ingreep goed en snel te kunnen verrichten.
Hoe de pijn bij de normale bevalling te bestrijden is nog een vraag waarop zeer verschillende antwoorden worden gegeven.
Weinig wordt het toedienen van een echte narcose bij een normale bevalling meer verdedigd. Wel gebruiken velen (vooral in Angelsaksische landen) toestellen waarbij de barende zichzelf enig lachgas of trilene kan toedienen ter stilling van de (ergste) pijn; zodra zij wat meer van het middel krijgt en bewustzijnsverlies dreigt, dan laat de vrouw het apparaat los, ademt uitsluitend lucht en komt weer bij. De beoordeling van deze methode is zeer verschillend. Zeker is dat elke vorm van narcose een risico betekent voor de moeder, maar vooral voor het kind.
Een geheel ander streven naar pijnloze baring is gebaseerd op de opvatting dat de pijn ontstaat door angst en door de daardoor veroorzaakte spanningen in spieren (van de bekkenbodem), die de vrouw juist moet weten te ontspannen. Hierop baseren thans veel verloskundigen naar het voorbeeld van Read van Russische verloskundigen en van Dr Lamaze in Parijs een psychosomatische methode, waarbij zoveel mogelijk bronnen van angst worden weggenomen en gymnastische oefeningen de zwangere vrouw leren, hoe zij bij de komende baring de genoemde spieren kan ontspannen. Inderdaad lukt het onder gunstige maatschappelijke omstandigheden reeds vaak een met zeer weinig pijngevoelens gepaard gaande bevalling te bereiken.