Lat. voor hoofd, in het bijzonder voor de „kop”, d.w.z. het voorste dikste of meest ronde deel van een orgaan (spier, klier, been e.a.); bijv.:
Caput femoris is de dijbeenkop.
Caput medusae is de beschrijving van een sterke aderspatvorming rond de navel (zie Medusahoofden cirsomfalis).
Caput obstipatum is scheefhals.
Caput quadratum is de „vierkante” knobbelige schedel na ernstige rachitis.