Inhouden
(hield in, heeft ingehouden), 1. in zich hebben, in zijn lichamelijke ruimte (kunnen) bevatten: weet gij, hoeveel dat vat inhoudt? ; een doos, inhoudende 'naaigerei en knopen; 2. vermeld staan (in een brief enz.), behelzen: ik wist, wat de brief inhield; — wat hij zegt, houdt niets in, heeft niets te betekenen ; 3....