Doelen
I. DOELEN (doelde, heeft gedoeld), 1. mikken, het toeleggen op ; 2. op iets doelen, met zijn woorden mikken op, bedoelen, beogen : dat doelt op mij, dat gezegde is op mij gemunt; 3. (sport) een doelpunt winnen, de bal door het doel brengen. II. DOELEN m. (-s), (Zuidn. doel), schietbaan, oefenplaats van de schutterij of van een s...