Gepubliceerd op 11-11-2021

doelen

betekenis & definitie

1 m. (eig. mv. van doel in bet. 1; nu soms als enkelv. beschouwd en dan mv. -s): de St. -Joris-; de Kloveniers-, te Amsterdam;

2 doelde, h. gedoeld (mikken inz. fig.): fig. op iets (of: iem.) -, a) iets, iem. op het oog hebben, b) zinspelen op iets, iem.