Gepubliceerd op 03-03-2017

Slavernij

betekenis & definitie

Toestand van slaaf zijn, persoonlijke onvrijheid met gemis van staatkundige en burgerlijke rechten', alsook 'Het maatschappelijk stelsel waarbij slaven gehouden worden' (Van Dale). Achter deze simpele omschrijvingen gaat een wereld schuil van onvoorstelbare wreedheid, onderdrukking en ellende.

Hoewel slavenhandel zo oud is als de mensheid, bedoelen we met slavenhandel de transatlantische slavenhandel, die halverwege de 16de eeuw begon en zo'n 350 jaar geduurd heeft. Miljoenen mensen zijn vanuit de Afrikaanse Goudkust (ongeveer het huidige Ghana, Togo en Benin), Nigeria en Angola als slaaf vervoerd naar Noord- en Zuid­ Arnerika. Schattingen lopen uit­ een van 1o miljoen tot 21 miljoen mensen. Op wereldschaal was het aandeel van de Nederlandse handel 4 à 5 %. Totaal zijn er zo'n half miljoen slaven naar voornamelijk Suriname en Curaçao vervoerd.

De slavenhandel was voor Nederland een lucratieve bezigheid en werd de ziel van de West-Indische Compagnie genoemd. De Gouden Eeuw was volgens sommige wetenschappers mogelijk dankzij de inkomsten van de slavenhandel. Vanaf het einde van de 18de eeuw ontstonden er in o.a. Engeland en Frankrijk bewegingen die de slavernij wilden afschaffen. In 1833 verbood Engeland de slavenhandel, in 1848 Frankrijk. Pas op 1 juli 1863 schafte Nederland als laatste koloniale mogendheid de slavernij af (zie keti koti). Ruim 33.000 slaven in Suriname en ruim 11.000 slaven op de Antillen werden vrij verklaard . De slavenhouders werden voor hun verlies gecompenseerd met een bedrag van 300 gulden per slaaf. De vrijgelatenen kregen echter de contractuele verplichting om nog tien jaar op de plantages te werken, feitelijk een verlenging van hun slavenbestaan.

De verhalen over de omstandigheden waarin slaven werden vervoerd en de behandeling op de plantages waar zij arbeid moesten verrichten, zijn algemeen bekend geworden. De uitzonderlijk wrede behandeling van de slaven in Suriname was zelfs in de 18de eeuw al berucht in heel Europa, maar nog steeds ontbreekt het in Nederland aan een historisch bewustzijn over de periode van slavernij. Behandeling daarvan in geschiedenisboekjes is nogal marginaal en het besef dat de periode voor mensen uit Suriname en de Antillen een traumatisch onderdeel van hun geschiedenis is waarvan zij de effecten tot op de dag van vandaag voelen, begint pas druppelsgewijs door te dringen in het Nederlands collectief bewustzijn . De afgelopen jaren begint de discussie over ons slavernijverleden dan ook steeds meer op gang te komen. Oud­ minister Roger van Boxtel voor Grote Steden - en Integratiebeleid in het kabinet-Kok II betuigde al spijt over het Nederlandse slavernijverleden , en vanuit de creools­ Surinaamse gemeenschap gaan stemmen op voor een vorm van herstelbetaling. Op 1 juli 2002 onthulde koningin Beatrix het Nationaal Monument Slavernij Verleden.

< >