(Arabisch) Lett. hete maand. De negende maand van de islamitische kalender, de maand waarin moslims geacht worden zich te wijden aan de tweede zuil van de islam, de saum of het vasten. Moslims geloven dat het juist in deze maand is dat Mohammed de eerste openbaring van Allah ontving.
Tijdens de ramadan is het van zonsopkomst tot zonsondergang verboden om te eten, te drinken, te roken en seks te hebben. Meer precies: het vasten begint zodra in de morgenschemering een witte en een zwarte draad van elkaar kunnen worden onderscheiden. Ramadan is voor moslims een verdieping van hun spirituele leven. Ze lezen de koran, bidden extra en geven juist in deze maand geld aan de minder bedeelden (zie zakaat). Het is een tijd van verbondenheid, waarin de relatie met medemensen en je familie voorop staat. Niet iedereen is verplicht mee te doen.
Kinderen (tot aan de puberteit), reizigers, vrouwen die menstrueren of het kraambed houden en mensen die te zwak zijn om te vasten, zoals bejaarden en zieken, zijn ervan ontheven. Zij kunnen eventueel later het vasten inhalen. Ramadan begint niet elk jaar op hetzelfde tijdstip, doordat de islamitische kalender niet parallel loopt met de westerse kalender. Ramadan begint zodra de nieuwe maan is waargenomen.
Aangezien dat in onze contreien niet altijd simpel is door een teveel aan bewolking, richten de meeste moslims in Nederland zich naar de officiële waarnemingen die worden gedaan in hun land van herkomst, zodat ramadan voor moslims van verschillende herkomst op een verschillend moment kan beginnen. Wanneer de vastentijd in de zomer valt, kan het vasten door de lange dagen bij zonder zwaar zijn, ook al doordat de Nederlandse samenleving er nauwelijks rekening mee houdt. In de landen van herkomst ligt het openbare leven vrijwel stil.
