De Augustijnenkerk is gebouwd in 1609 op Kesselskade nr. 43 met een subsidie van 8.000 gld en 100.000 bakstenen van de stad. In 1618 werd nogmaals 1.500 gld en 300 mergelblokken door de stad geschonken.
Hendrik Huyn van Geleen, landcommandeur van Alden Biesen, droeg ook een grote bijdrage toe aan de voltooiing van de barokke Mariakerk in 1660. De inwijding vond plaats op 27 mei 1661 door de bisschop van Luik. In de gevel bevindt zich een medaillon ter herinnering aan de kapel van Maria ten Oever, de eerste A. Het priesterkoor is te zien op het stadspanorama van Bellomonte als een uitbouw boven de Maas rechts van de brug.
In de kerk hingen oorspronkelijk drie schilderijen van Quellinus, die in 1796 door de Fransen werden meegenomen.De kerk is meerdere keren gerestaureerd, waaronder in 1902, 1920 en rond 1975. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende het gebouw als school voor kinderen van Belgische vluchtelingen en als centrale distributiekantoor voor de stad. Van 1920 tot 1962 was het een parochiekerk, waarna het na restauratie in 1976 werd gebruikt als cultureel centrum en verenigingslokaal voor onder andere het Maastrichts Mannenkoor, de Maasvogels en de Mestreechter Kraolkes. Sinds 1991 is de Augustijnenkerk het verenigings- en repetitielokaal van de Mastreechter Staar.
Rond 1998 verwijderde de Mastreechter Staar de overgebleven kerkelijke inventaris uit de kerk, zodat het enkele avonden per week als disco kon worden verhuurd. Het hoofdaltaar werd naar een kerk in Nieuwstadt gebracht, terwijl de twaalf houten apostelbeelden na restauratie naar de kruisgang van het klooster aan de Swalmerstraat in Roermond gingen. De zijaltaren werden naar het bisdomdepot gebracht. In de Mariastraat naast de kerk bevindt zich de voormalige Sint-Jozefpastorie uit 1922 met een gevelsteen waarop een afbeelding van het vroegere kloostercomplex is afgebeeld.
