Gepubliceerd op 12-12-2022

Antonieten

betekenis & definitie

De Antonieten, ook wel bekend als de Kanunniken van Sint-Antonius, is een priesterorde die is genoemd naar hun patroon, Antonius Abt of "Antonius met het varken". Deze orde werd opgericht om het Antoniusvuur, een vorm van huidziekte, te bestrijden.

De oorspronkelijke dracht van de Antonieten bestond uit een bruin habijt met een blauw Sint-Antoniuskruis in de vorm van een T, ook wel bekend als het taukruis, en een klokje dat aan een band hing. In 1297 kregen de Antonieten van de paus de titel kanunnik. Hun bruine habijt werd toen veranderd in zwart, met een zwarte mantel waarop het blauwe taukruis stond en om de hals droegen ze een zilveren taukruis aan een band.Het Maastrichtse klooster, gelegen aan de noordelijke omwalling van de Maas, werd in 1209 opgericht als onderdeel van de balije Pont-a-Mousson. Tijdens het Westers Schisma (1378-1417) maakte het klooster gebruik van de strijd tussen de verschillende pausen om zich los te maken van het moederklooster. Het klooster telde altijd minder dan tien leden, die bedelden voor hun onderhoud, maar dit werd later verboden door Trente. Hun grondbezit lag verspreid over de dorpen rond Maastricht, waaronder het Sint Antoniuseiland dat deel uitmaakte van de Vroenhof en de hof Sint Antoniusbank onder Bemelen.

De overste van het klooster gaf onderwijs aan arme kinderen, waardoor hij ook wel de titel van preceptor droeg. De deken van Sint-Servaas had als conservator jurium, de bewaarder van de rechten, het recht om de overste aan te stellen. Op bepaalde feestdagen moest de kloosteroverste de plechtigheden in Sint-Servaas en de processie bijwonen, gekleed in de kledij van een kapelaan van Sint-Servaas (1452). Omdat het klooster bij aanstelling van een nieuwe overste 100 of meer mark zilver aan de pauselijke curie moest afdragen, was het houden van een hospitaal verplicht.

Er is echter geen bewijs dat dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden in Maastricht.

Op 20 april 1786 werd het Maastrichtse klooster en de kerk aan een particulier verkocht, die het klooster gedeeltelijk tot woningen ombouwde. Het klooster werd vernield tijdens het beleg van 1794. In 1848 werden de resterende delen afgebroken bij de aanleg van het kanaal Luik-Maastricht.

< >