De oude kapel van Sint-Servaas was gelegen aan de zuidoostzijde van de Sint-Servaaskerk. Ze werd in het begin van de negentiende eeuw afgebroken.
De persona en preceptor van de kapel zaten op het priesterkoor van de Sint-Servaaskerk tussen de kanunniken en kapelanen. De persona had twee vicarii, of kapelanen, die door het kapittel werden benoemd. Hij verleende twee beneficies in de oude kapel ter ere van Maria en Sint Jan Evangelist. Dagelijks moest hij het Miserere en De Profundis bidden, samen met Onze Vader en het Weesgegroet.