Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

Faust

betekenis & definitie

Duitse sage ontstaan aan het eind van de 16e eeuw. Johann of Georg Faust was een scheikundige en arts in de 16e eeuw, die zijn tijd ver vooruit was en over wie allerlei verhalen de ronde deden.

Geleidelijk ontstond het verhaal dat hij een verbond met de duivel had gesloten en in ruil voor zijn ziel het vermogen kreeg alles te kunnen weten en kennen. Na vierentwintig jaar eiste duivel de ziel op en gooide het nutteloos geworden lichaam op een mestvaalt. Deze stof is door tal van schrijvers gebruikt; de twee beroemdste bewerkingen zijn de toneelstukken Doctor Faustus (1589) van Christopher Marlowe en Faust (1808/32; 2 dln.) van Johann Wolfgang von Goethe.

In de 20e eeuw werd de stof o.a. gebruikt door Thomas Mann in zijn grote roman Doktor Faustus (1947), waarin de Faust-figuur symbool is voor die krachten in de Duitse cultuur en geschiedenis die o.a. tot het fascisme hebben geleid. Een absurdistische bewerking van de stof is de roman Gestes et opinions du docteur Faustroll, pataphysicien (1911) van Alfred Jarry.