Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

Beatrijs

betekenis & definitie

Een dichtwerk van ruim 1000 versregels uit het midden van de 13e eeuw, dat verreweg de bekendste legende is uit de Middelnederlandse literatuur. Het verhaal is door een onbekende Brabantse schrijver waarschijnlijk overgenomen uit een Latijns boek uit het begin van de 13e eeuw.

Het verhaal vertelt hoe een kloosternon verliefd wordt op een ridder en omwille van hem het klooster ontvlucht. Zeven jaar lang wonen ze samen en ze krijgen twee kinderen. Als het geld van de ridder op is, laat hij haar in de steek; om in haar levensonderhoud te voorzien vervalt ze tot prostitutie. Haar schaamte hierover wordt zo groot dat ze gaat bedelen om zichzelf en haar kinderen in leven te houden. Al rondzwervende komt zij in de buurt van haar vroegere klooster en ze vraagt naar de non die daar veertien jaar geleden is weggelopen. Niemand weet daar iets van en het blijkt dat de H.Maria al die jaren haar plaats heeft ingenomen. Drie nachten achter elkaar hoort Beatrijs een stem, die haar beveelt terug te gaan naar het klooster. Ze laat haar kinderen achter in de goede handen van een weduwe en neemt haar oude plaats weer in.

Het verhaal is niet alleen godsdienstig maar bevat ook iets van dat andere aspect van de middeleeuwse cultuur: het ridderlijke. Beatrijs is een vrouw van hoge stand, die dus nooit heeft hoeven te werken voor de kost en ook nooit iets heeft geleerd, zelfs geen typisch vrouwelijke bezigheden als weven of naaien. Wanneer ze geen geld meer heeft, blijven alleen bedelarij of prostitutie over als bron van inkomsten. Aanvankelijk kiest ze voor het laatste; dat is weliswaar een morele zonde maar minder erg dan de maatschappelijke schande de hand te moeten ophouden. Aanvankelijk prevaleren dus de ridderlijk-sociale opvattingen boven de moreel-godsdienstige. Later gaat het theocentrische de overhand krijgen: ze verwerpt de prostitutie en kiest voor de bedelarij. Hetzelfde geldt voor het achterlaten van de kinderen: het is maatschappelijk onaanvaardbaar maar minder erg dan ongehoorzaam te wezen aan het bevel van God. Op deze wijze laat de schrijver zien dat het theocentrische boven het ridderlijke hoort te gaan.