Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

barok kunst

betekenis & definitie

Tegen het eind van de 16e eeuw gaat in Italië het maniërisme over in de barok. Het woord is afgeleid van het Portugese ‘barocco’, een onregelmatig gevormde parel. Zoals het maniërisme een meer rationele va­riant op de Renaissance was, zo is de barok de meer emotionele variant.

De barok doet een beroep op de emoties van de mens, het maniërisme op zijn verstand. In de schilderkunst worden vollere en diepere kleuren gebruikt; men heeft een voorkeur voor emotionele taferelen (bijv. de kruisiging) en geheimzin­nige, woeste landschappen. De symmetrie verdwijnt en de schilderijen zijn overladen met figuren in beweging; het geheel is een warrelende massa vormen en kleuren. De bouwwerken van de barok zijn zwaar en groots, het interieur is overweldigend door de talloze schilderingen, beeldhouwwerken en architectonische versieringen als spiralende zuilen.

De barok is nauw verbonden met de R.-K. Kerk, die kunstwerken ging gebruiken om het eigen geloof te versterken tegen het opdringende protestantisme: kerkgebouwen, beelden en schilderijen moesten getuigen van de glorie van de Roomse godsdienst. Componisten schreven groots opgezette Heilige Missen, schrijvers verwerkten bijbelse stof in hun teksten. De kunst werd soms weer - zoals eens in de Middeleeuwen - theocentrisch en ze kwam opnieuw voort uit het gevoel deel uit te maken van een groter geheel. Dit alles in tegen­stelling tot de kunst van de Renaissance en het maniërisme, die antropocentrisch en individualistisch was.

Het gevolg van deze band met het rooms-katholicisme is dat de barok vooral bloeide in de rooms-katholieke landen (Italië, Spanje, Portugal, Frankrijk, delen van Duitsland en de zuidelijke Nederlanden) en in het anglicaanse Engeland. Belangrijke schilders zijn de Italianen Annibale Carracci (1560-1609) en Caravag­gio (Michelangelo Merisi; 1573-1610), de Zuid-Nederlanders Peter Paul Rubens (1577-1640) en Anthonie van Dyck (1599-1641), en de Spanjaard Diego Velázquez (1599-1660). Beroemde schilderwerken zijn: het grootse fresco De triomf van Bacchus en Ariadne (1597-04, Palazzo Farnese, Rome) van Carracci; Zelfportret met Isabella Brant (ca.1609, Alte Pinakothek, München) van Rubens en De overgave van Breda (1635, Prado, Madrid) van Velázquez.