Een vrije handel; handel zonder belemmeringen, zoals in- en uitvoerrechten.
In- en uitvoerrechten of andere protectionistische maatregelen belemmeren de wereldhandel. Vooral voorstanders van de vrije-markteconomie pleiten daarom voor vrijhandel, omdat daarmee in hun ogen de economische groei het best wordt gediend. Vrijhandel is het aantrekkelijkst voor economisch sterke landen, die kunnen er optimaal van profiteren. Voor economisch zwakkere landen kan vrijhandel als nadeel hebben dat sectoren van de eigen economie door de vrije (buitenlandse) handel wordt weggeconcurreerd.
Vrijhandel is een belangrijk doel van de Europese Gemeenschap (vanaf 1 november 1993 de Europese Unie). Op 1 januari 1993 werd een belangrijke stap gezet op de weg naar een vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal binnen de landen van de Europese Gemeenschap (Europa 1992), zonder dat er nog sprake was van echte vrijhandel.
