Leider van de Sovjetunie (1984-85), de conservatieve opvolger van Joeri Andropov.
Tsjernenko werd in het Siberische dorpje Bolsjaja Tesj geboren. Al jong werd hij actief in de Komsomol; reeds op zijn twintigste werd hij lid van de Communistische Partij. Tsjernenko trad als vrijwilliger toe tot de grenstroepen, die onder de staatsveiligheidsdienst vielen. Na zijn diensttijd maakte hij carrière in de Siberische stad Krasnojarsk. In 1941 werd hij partijsecretaris in het gebied rond die stad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog volgde hij cursussen aan de hogere partijschool.
In 1948 werd Tsjernenko benoemd tot leider van de partijpropaganda en agitatie in de Sovjetrepubliek Moldavië. Daar maakte hij kennis met Leonid Brezjnev. Tussen beide mannen ontstond een nauwe verbondenheid. Toen Brezjnev in 1956 secretaris van het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjetunie in Moskou werd, kreeg Tsjernenko ook een baan in het Centraal Comité. In 1960 werd Brezjnev voor de eerste keer staatshoofd; Tsjernenko werd hoofd van het secretariaat van de Opperste Sovjet. Na de benoeming van Brezjnev tot partijleider werd Tsjernenko hoofd van de afdeling van het Centraal Comité die alle partijbenoemingen behandelde. In 1976 werd hij partijsecretaris en in 1977 lid van het Politbureau. Aan de zijde van Brezjnev maakte Tsjernenko een aantal buitenlandse reizen.
Uiteindelijk bleek na het overlijden van Brezjnev het hoofd van de staatsveiligheidsdienst KGB Joeri Andropov over nóg betere papieren te beschikken dan Tsjernenko, waardoor Andropov partijleider werd. Na diens overlijden in februari 1984 werd Konstantin Tsjernenko door het Politbureau naar voren geschoven. Door zijn wankele gezondheid kwam hij niet aan hervormingen toe. Hij overleed in maart 1985 zonder veel te hebben bereikt.
