Gepubliceerd op 13-06-2017

Malawi

betekenis & definitie

Staat in zuidelijk Afrika, die op 6 juli 1964 zelfstandig werd.

Nadat Portugal aan het eind van de vorige eeuw van zijn afspraken op het latere Malawi had afgezien, werd het gebied in 1893 een Brits protectoraat. De officiële naam was British Central African Protectorate. Vanaf 1909 heette het Nyassaland. In 1953 vormden Zuid-Rhodesië, Noord-Rhodesië en Nyassaland de Centraal-Afrikaanse Federatie. Dit samenwerkingsverband onder Britse hoede viel in 1964 uiteen; Nyassaland werd onder de naam Malawi onafhankelijk, en Noord-Rhodesië onder de naam Zambia.

Malawi werd een eenpartijstaat met doctor Hastings Kamuzu Banda als premier. Toen zijn land in 1966 een republiek werd, claimde Banda de functie van president; in 1971 werd hij president voor het leven. Banda stond als een van de weinige leiders in zuidelijk Afrika op zeer goede voet met Zuid-Afrika en Rhodesië. Uit economische noodzaak werkten talrijke Malawische contractarbeiders in deze landen. Tijdens de burgeroorlog in het buurland Mozambique (1976-92) werd Malawi overspoeld door honderdduizenden vluchtelingen.

In maart 1992 slaagde de rooms-katholieke Kerk in Malawi er door een herderlijk schrijven met kritiek op de regering in, de politieke oppositie in beweging te krijgen. Door hevige protesten van de bevolking en door internationale druk werd president Banda in oktober 1992 gedwongen in te stemmen met het houden van een referendum. Twee derde van de kiezers bleek in juni 1993 vóór het invoeren van een meerpartijenstelsel. Daarmee was het monopolie van de Malawi Congress Party (MCP, Congrespartij van Malawi) gebroken. Banda's partij leed op 17 mei 1994 een zware nederlaag bij de verkiezingen voor de Nationale Assemblée, terwijl Banda zelf de presidentsverkiezingen verloor. Hij maakte plaats voor Bakili Muluzi.