Gepubliceerd op 30-07-2017

Kroatië

betekenis & definitie

Voormalige deelrepubliek van Joegoslavië; sinds 25 juni 1991 een onafhankelijke staat.

Na ruim anderhalve eeuw Turkse heerschappij werd Kroatië in 1699 bij het Oostenrijkse keizerrijk gevoegd. In de negentiende eeuw begon een nationalistische Kroatische stroming zich tegen het Oostenrijkse gezag te keren. In 1868 kreeg Kroatië beperkt zelfbestuur binnen het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije.

Na de Eerste Wereldoorlog sloot Kroatië zich bij het nieuwe Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen aan, dat in 1929 Joegoslavië ging heten. In 1934 werd de Joegoslavische koning Alexander I vermoord door een lid van de Ustasa, de Kroatische fascistische beweging, gesticht door Ante Pavelic. Van 1941-45 was Kroatië onder Pavelic een Duitse vazalstaat waar honderdduizenden orthodox-christelijke Serviërs door de rooms-katholieke Kroaten en moslims werden vermoord. Na de Tweede Wereldoorlog ging Kroatië weer deel uitmaken van Joegoslavië.

In 1971 waren er in Kroatië ernstige onlusten als gevolg van het streven van nationalisten naar afscheiding van Joegoslavië. Naarmate het centrale gezag in Joegoslavië na de dood van Tito in 1980 zwakker werd, staken in Kroatië nationalistische sentimenten weer de kop op. In mei 1990 won de Kroatische Democratische Unie (HDZ), een conservatieve nationalistische partij, de eerste vrije parlementsverkiezingen; Franjo Tudjman werd president. Op 25 juni 1991 maakte Kroatië zich tegen de zin van Servië los van Joegoslavië. Er brak op Kroatisch grondgebied een oorlog uit. Het nog maar onlangs opgerichte Kroatische leger vocht tegen het Joegoslavische Nationale Leger, en tegen zeshonderdduizend Kroatische Serviërs die tegen de onafhankelijkheid van Kroatië waren. Door de onervarenheid van de Kroatische strijdkrachten en de overmacht van de tegenstanders verloor Kroatië grote gebieden (de Krajina, Oost- en West-Slavonië) aan de Serviërs. Op 3 januari 1992 werd een wapenstilstand van kracht. Troepen van de Verenigde Naties kwamen toezicht houden (UNPROFOR).

In 1994 verving Kroatië de dinar door een nieuwe munteenheid, de kuna. Deze maatregel veroorzaakte protesten, omdat de kuna in de Tweede Wereldoorlog ook de munt van de fascistische Kroatische staat was geweest.

Gaandeweg begon Kroatië zich te bemoeien met de oorlog in het buurland Bosnië-Herzegovina, die in het voorjaar van 1992 uitbrak. Door Amerikaanse hulp was het Kroatische leger in de loop van 1995 zó versterkt, dat het in de zomer bijna alle gebieden kon heroveren die vier jaar eerder verloren waren gegaan; alleen Oost-Slavonië bleef in Servische handen. Op 21 november 1995 ondertekende president Tudjman op de Amerikaanse luchtmachtbasis in Dayton, samen met zijn Bosnische collega Izetbegovic en zijn Servische collega Milosevic een vredesakkoord voor Bosnië-Herzegovina, dat een einde maakte aan de Joegoslavische burgeroorlog. Tudjman verplichtte zich met zijn handtekening de vijandelijkheden niet te hervatten. Op 14 december 1995 werd in een plechtige zitting in Parijs het Vredesakkoord voor Bosnië-Herzegovina door de drie presidenten officieel ondertekend.