De Amerikaanse minister van Justitie van 1961-64, en een belangrijke steunpilaar van zijn broer, president John F. Kennedy.
Robert Kennedy was een van de zonen van de vermogende Joseph P. Kennedy. Hij studeerde tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de Universiteit van Harvard. Na het sneuvelen van zijn broer Joseph jr. in 1944 diende hij bij de marine. In 1946 hervatte hij zijn studie in Harvard. Van 1948-51 studeerde hij rechten aan de Universiteit van Virginia. In 1951 kreeg hij als advocaat een baan op het ministerie van Justitie op de afdeling binnenlandse veiligheid. Hij kwam daar in botsing met senator Joseph McCarthy, de communistenjager voor wie hij aanvankelijk werkte. In 1957 timmerde Kennedy aan de weg als lid van de onderzoekscommissie van de Senaat die dubieuze praktijken van vakbonden (met name de vakbond van transportarbeiders) aan de kaak stelde.
Robert Kennedy leidde al vanaf 1952 de verkiezingscampagnes van zijn broer John. In 1960 was hij dé man achter de succesvolle campagne voor de presidentsverkiezingen. Hij werd minister van Justitie en de reizende ambassadeur van president John F. Kennedy. Robert Kennedy speelde onder meer een rol als Amerikaans bemiddelaar in het conflict tussen Nederland en Indonesië over Nieuw-Guinea.
Als minister zette Robert Kennedy zich in voor de burgerrechten van de negers; hij bestreed de rassendiscriminatie in zijn land. Ook was hij zeer betrokken bij de aanpak van de georganiseerde misdaad. Op 22 november 1963 werd John F. Kennedy in de Texaanse stad Dallas vermoord. Onder diens opvolger Lyndon B. Johnson bleef Robert Kennedy nog tot november 1964 in functie. Toen verliet hij de regering, en werd senator voor de staat New York. In de Senaat uitte hij zware kritiek op de Vietnam-politiek van de regering-Johnson.
In maart 1968 stelde hij zich kandidaat voor de presidentsverkiezingen van dat jaar. In de voorverkiezingen was Kennedy zeer succesvol. Op 5 juni werd hij tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Californië neergeschoten; hij overleed de volgende dag. De dader was Sirhan Bishara Sirhan, een Arabische nationalist, die van mening was dat Robert Kennedy een té enthousiaste steunpilaar van het zionisme was. In de woning van Sirhan werd de volgende dagboeknotitie gevonden: `Kennedy moet vóór 5 juni gedood worden'. De vijfde juni 1968 was de eerste verjaardag van de Zesdaagse Oorlog van Israël met zijn Arabische buurlanden.
