Gepubliceerd op 13-06-2017

Nieuw-Guinea

betekenis & definitie

Eiland ten westen van de Indonesische Archipel, noordelijk van Australië.

Na eerdere pogingen vestigden de Nederlanders zich in 1898 definitief op Nieuw-Guinea. Fak-Fak en Manokwari werden Nederlandse nederzettingen. Enkele jaren eerder hadden Duitsers en Engelsen elders op het eiland gebieden in bezit genomen. Na de Eerste Wereldoorlog werd het Duitse gebied als mandaat aan Australië overgedragen.

Tussen de twee wereldoorlogen was het Nederlandse concentratiekamp Boven-Digul berucht; het werd in 1926 ingericht voor Indonesische nationalisten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Nieuw-Guinea gedeeltelijk door Japan bezet.

Nederlands-Nieuw-Guinea werd in 1949 buiten de soevereiniteitsoverdracht met Indonesië gelaten. Indonesië bleef echter aanspraak op het gebied maken. Aan het eind van de jaren vijftig begon Sukarno zijn confrontatiepolitiek die gepaard ging met militaire infiltraties in Nieuw-Guinea. In 1962 escaleerde het conflict zodanig, dat de Verenigde Naties Nederland onder druk zetten Nieuw-Guinea op te geven. In oktober 1962 droeg Nederland Nieuw-Guinea aan de VN over, die het in 1963 op hun beurt in handen van Indonesië gaven. Nieuw-Guinea werd een Indonesische provincie onder de naam Irian Jaya. Nog jarenlang boden Papoea's verzet tegen het Indonesische bewind.



In 1973 kregen het Australische Papoea en het voormalige Duitse mandaatgebied op Nieuw-Guinea zelfbestuur. In 1975 werden deze gebieden gezamenlijk een onafhankelijke republiek onder de naam Papoea-Nieuw-Guinea.