Gepubliceerd op 30-07-2017

Hyperinflatie

betekenis & definitie

Een buitengewoon grote inflatie; hyper betekent een grens te boven gaan.

Het meest bekende voorbeeld van hyperinflatie is de Duitse inflatie in de zomer en de herfst van 1923. Duitsland had al tijdens de Eerste Wereldoorlog met een forse inflatie te kampen, omdat de regering meer geld liet drukken dan verantwoord was, gezien de werkelijke productie van goederen en diensten. Toen Duitsland in gebreke bleef de bij het Verdrag van Versailles opgelegde herstelbetalingen te voldoen, bezetten Franse en Belgische troepen in januari 1923 bij wijze van represaille de belangrijkste steden in het Ruhrgebied. De Duitse regering reageerde met passief verzet door tot een werkstaking op te roepen en de betaling van alle herstelbetalingen op te schorten. De lonen van de stakers werden met papiergeld betaald dat speciaal voor deze gelegenheid werd gedrukt, terwijl de productie van de Duitse industrie grotendeels stillag. In binnen- en buitenland verdween het vertrouwen in de Duitse munt volledig. Er trad een inflatie van ongekende omvang op. De prijzen vlogen omhoog; het geld werd vrijwel niets meer waard. De Duitse regering kon weinig anders doen dan nieuwe bankbiljetten drukken met steeds hogere waarden erop. Zo kostte het verzenden van een gewone brief in het najaar van 1923 miljarden marken. De dagelijkse boodschappen konden slechts met koffers vol bankbiljetten betaald worden.

In september 1923 kwam op initiatief van de pas aangetreden rijkskanselier Gustav Stresemann een einde aan het passieve verzet en werd een begin gemaakt met het saneren van de Duitse munt. Er werd een nieuwe mark ingevoerd, de Reichsmark. De monetaire problemen werden echter pas in 1924 werkelijk opgelost met het Dawes-plan, een herziening van de Duitse herstelbetalingsverplichtingen.

< >