Een aantal afspraken over Frans-Indochina, als afsluiting van een internationale conferentie die georganiseerd was om de toekomst van Indochina en Korea te regelen.
De deelnemers aan de conferentie waren de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, de Sovjetunie, de Volksrepubliek China en vertegenwoordigers van Laos, Cambodja, Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam.
Er werd afgesproken dat alle buitenlandse troepen zouden worden teruggetrokken uit Laos en Cambodja, waar vervolgens verkiezingen zouden worden gehouden. Deze twee landen zouden onafhankelijk worden. In Vietnam werd een bestandslijn getrokken langs de zeventiende breedtegraad; deze lijn mocht per se niet als een politieke grens worden gezien, wat overigens later wel degelijk gebeurde. Vóór juli 1956 moesten in heel Vietnam verkiezingen worden gehouden. Deze verkiezingen hebben nooit plaatsgevonden. Zowel het bewind van Ngo Dinh Diem in Saigon (Zuid-Vietnam) als dat van Ho Chi Minh in Hanoi (Noord-Vietnam) pretendeerden voortaan heel Vietnam te vertegenwoordigen.
De Akkoorden maakten een eind aan de Franse zeggenschap in Indochina. Over Korea konden geen afspraken worden gemaakt.
