Gepubliceerd op 13-06-2017

Fahd ibn Abdoel Aziz (tussen 1920 en 1923)

betekenis & definitie

Koning van Saudi-Arabië sinds 1982.

De latere koning Fahd werd in 1962 minister van Binnenlandse Zaken van Saudi-Arabië, en in 1964 vice-premier. Op 25 maart 1975 werd zijn halfbroer koning Faisal ibn Abdoel Aziz vermoord. De nieuwe koning Khaled ibn Abdoel Aziz benoemde Fahd tot premier. Hij werd de machtigste man van het land. In 1981 lanceerde hij een vredesplan voor het Midden-Oosten, waarin de erkenning van de staat Israël was opgenomen. Dit plan werd de basis voor een Arabisch vredesplan dat op een conferentie in het Marokkaanse Fez in 1982 werd opgesteld.

Koning Fahd volgde op 13 juni 1982 zijn halfbroer Khaled op. Fahd koos voor een gematigde koers. Voortgezette pogingen van de koning vrede in het Midden-Oosten te brengen, mislukten door zowel achterdocht van Syrië als door de nauwe betrekkingen tussen Saudi-Arabië en de Verenigde Staten. In 1987 braken er in Mekka ernstige rellen uit tijdens de jaarlijkse bedevaart van miljoenen moslims. In de islamitische heiligdommen kwamen meer dan vierhonderd sjiïetische bedevaartgangers om het leven en raakten er ongeveer zeshonderdvijftig gewond, de meeste afkomstig uit Iran, waar de ayatollah Khomeini regeerde. Tijdens de tweede Golf-oorlog werd (ook) Saudi-Arabië bedreigd door de Iraakse leider Saddam Hoessein. Saudi-Arabië stelde zijn grondgebied beschikbaar voor het opbouwen van een grote internationale troepenmacht, die Saddam Hoessein begin 1991 versloeg. De Saudi's leverden tevens een grote financiële bijdrage aan de kosten van de oorlog.

Ook op het gebied van de olieprijzen voerde koning Fahd een gematigd beleid. Hij was voorstander van betrekkelijk lage, stabiele prijzen. Dat standpunt lokte nogal eens verzet uit van minder rijke olielanden die meer geld voor hun exportproduct wilden hebben.