Gepubliceerd op 13-06-2017

Castro Ruz, Fidel (1927)

betekenis & definitie

Cubaans politicus die in 1959 na een guerrillastrijd tegen het bewind van dictator Batista aan de macht kwam.

Fidel Castro was de zoon van een rijke suikerplanter. Hij studeerde rechten en sociale wetenschappen aan de universiteit van Havana. Na zijn afstuderen in 1950 vestigde hij zich als advocaat in Havana, waar hij vooral onder de armen werkte. Al tijdens zijn studie raakte Castro betrokken bij radicale acties. Zo nam hij in 1947 deel aan een mislukte opstand tegen de dictatuur in de Dominicaanse Republiek. Vanaf 1952 streed Castro tegen dictator Batista. In 1953 viel hij met een groep revolutionairen een kazerne aan. Deze revolutiepoging werd bekend als de 26-julibeweging. Castro werd gevangengenomen en tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Na twee jaar kreeg hij amnestie en vertrok hij naar Mexico. Daar bereidde Castro een invasie op Cuba voor die in 1956 plaatsvond, maar mislukte. Wel kwam in de bergen van de Sierra Maestra een guerrillaoorlog op gang, die uiteindelijk op 1 januari 1959 tot de vlucht van president Batista leidde.

Fidel Castro, zijn broer Raúl en de Argentijnse revolutionair Che Guevara namen de macht op Cuba over. Fidel Castro werd premier (1959-76) en vanaf 1976 president. Castro riep een nationale socialistische revolutie uit. Deze mondde uit in landhervormingen en onteigeningen van buitenlandse eigendommen op Cuba, met name van Amerikaanse raffinaderijen en plantages. Castro kreeg hierdoor grote problemen met de Verenigde Staten, die in 1960 een handelsboycot afkondigden en in 1961 de invasie van Cubaanse ballingen in de Varkensbaai steunden. Cuba zocht daarom steeds meer aansluiting bij het communistische blok, ondanks Castro's wens een eigen socialistische koers te varen. Tijdens de Cuba-crisis in 1962 bleek Castro weinig invloed te hebben op de grote risico's die Sovjetleider Chroesjtsjov wenste te nemen.

Cuba heeft tot de val van de communistische regimes in Oost-Europa in 1989 ruimschoots kunnen profiteren van de economische steun van de Sovjetunie. In het kader van de COMECON kreeg Cuba een groot aantal jaren een uitzonderlijk gunstige prijs voor het geproduceerde suikerriet, hét exportproduct van het eiland. Ook leverde de Sovjetunie op gunstige voorwaarden olie. Toen de Sovjetgeldkraan werd dichtgedraaid, werden de gevolgen van de Amerikaanse handelsboycot dramatischer. Castro weigerde in eigen land de hervormingen door te voeren die in het Oostblok tot de ontbinding van de Sovjetunie hadden geleid. Ondanks de economische moeilijkheden en het politieke isolement van Cuba weet Castro stand te houden.