Een vereniging van staten onder een gemeenschappelijke regering. Voorbeelden zijn de Bondsrepubliek Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en de Verenigde Staten.
In een bondsstaat hebben de deel- of lidstaten op bepaalde terreinen veel zeggenschap. Zo hebben in Duitsland de Länder een eigen parlement en regering. In Zwitserland hebben de kantons zóveel autonomie, dat de bondsregering in feite niet veel meer dan een coördinerend orgaan is. In de Verenigde Staten hebben op één na alle staten een eigen wetgevende vergadering, bestaande uit een Senaat en een Huis van Afgevaardigden. De staat Nebraska heeft een wetgevende vergadering, die uit één orgaan bestaat.
De centrale overheid houdt zich in elke bondsstaat in ieder geval bezig met de buitenlandse politiek, de defensie, de buitenlandse handel, de controle op het bankwezen en de nationale munt, en het algemeen welzijn van de bevolking, zoals de sociale voorzieningen.
