Costaricaanse president die een belangrijke bijdrage leverde aan de totstandkoming van de vrede in Midden-Amerika aan het eind van de jaren tachtig.
Oscar Arias werd geboren als zoon van een rijke koffieplanter. In de jaren zestig studeerde en doceerde hij economie aan de universiteit van San José, de hoofdstad van Costa Rica. Vervolgens ging hij in de politiek. Hij werd parlementslid voor de centrum-linkse Partido Liberación Nacional (PLN), de Nationale Bevrijdingspartij; van 1972-78 was hij minister van Planning. Daarna werd Arias leider van de PLN en won hij in 1986 de presidentsverkiezingen.
Op 7 augustus 1987 ondertekende Arias samen met de staatshoofden van Nicaragua, Honduras, El Salvador en Guatemala een door hem geïnitieerd vredesplan voor de Midden-Amerikaanse regio. Bij het totstandkomen van het vredesplan had de Contadora-groep een belangrijke stimulans gegeven. Nadat het initiatief van die groep was vastgelopen zette Arias verbeten door. Zijn vredesplan heette officieel `Procedures voor de vestiging van een sterke en duurzame vrede in Midden-Amerika'. Het behelsde vredesbesprekingen tussen de regeringen en de verzetsbewegingen in de betrokken landen. Op 10 december 1987 ontving Arias de Nobelprijs voor de vrede.
De uitvoering van het plan werd vertraagd doordat de Verenigde Staten kritisch bleven. De Amerikaanse president Reagan gaf voorrang aan de strijd tegen het Sandinistische bewind in Nicaragua. Pas in het begin van de jaren negentig werd Arias' plan uitgevoerd. In 1990 trad hij als president af, omdat een tweede ambtstermijn in Costa Rica wettelijk niet is toegestaan.
